De stadssupermarkt rukt op in Nederlandse steden. Doordat gemeenten tot 2030 vooral woningen willen bijbouwen in stedelijk gebied, is de potentie van stadssupermarkten groot. Om hiervoor de juiste plekken te kiezen moeten betrokkenen vooral kijken naar aspecten van het marktgebied, de locatie, het aanbod en de concurrentie. Dit is relevant voor lokale overheden, supermarktorganisaties, ontwikkelaars en beleggers. Dat schrijven Ludo Swaanen, Wim van der Post en Martijn Droës in het artikel ‘Het succes van de stadssupermarkt’ in Real Estate Research Quarterly, het kwartaalblad van de Vereniging van Vastgoedonderzoekers Nederland (VOGON). De onderzoekers verzamelden gegevens van 27 succesfactoren (als het aantal inwoners in het primaire gebied, gemiddeld inkomensniveau, fietsparkeren, zichtbaarheid, aantal kassa’s) van 103 Nederlandse stadssupermarkten. Op kwalitatieve aspecten werden de winkels beoordeeld door drie kenners uit de branche. Een stadssupermarkt ligt in een stad en heeft een vloeroppervlak van vierhonderd tot achthonderd vierkante meter. Daarmee zit zo’n winkel tussen zogeheten To Go-concepten en reguliere supermarkten in. Bij stadssupermarkten ligt de nadruk op gemak en ready-to-eat. Impulsief consumptiepatroonDe opkomst van stadssupermarkten heeft verschillende aanjagers. Supermarktorganisaties willen blijven groeien in marktaandeel. Dat lukt slecht met grote supermarkten, waarvoor de markt al fijnmazig en relatief verzadigd is. In binnensteden wonen echter welgestelde gezinnen, eenpersoonshuishoudens en jongeren met een impulsief consumptiepatroon: ze willen gemaksproducten in kleine porties, die kort voor het eetmoment worden gekocht. De prijs speelt daarbij nauwelijks een rol. De stadssupermarkt biedt deze doelgroep alles wat niet in bulk online wordt thuisbezorgd. Dat gemeenten tot 2030 vooral woningen willen bijbouwen in stedelijk gebied, maakt de potentie van stadssupermarkten extra groot. Eerdere onderzoeken keken vooral financieel-economisch naar huren of winsten. De relevantie van dit onderzoek heeft een belangrijke maatschappelijke component: supermarkten functioneren als ‘anchor stores’ voor consumenten en voorzien in de dagelijkse behoeften van de consument. De aanwezigheid van stadssupermarkten heeft daardoor grote invloed op de vitaliteit en leefbaarheid van woon- en winkelgebieden. Gericht op fietsers en voetgangersDe opkomst van stadssupermarkten biedt ontwikkelaars een extra optie die voorheen minder voor de hand lag. Lang lag de focus op Vinex-wijken met een wijkwinkelcentrum met één of twee grote supermarkten voor klanten die met de auto komen. Inmiddels ligt de nadruk op binnenstedelijke gebiedsontwikkeling en gaat het om de herontwikkeling van transformatiegebieden waarbij kleinere oppervlakten en fietsers en voetgangers de uitgangspunten vormen. De laatste jaren heeft supermarktvastgoed stabiele huurinkomsten laten zien. De langlopende huurcontracten worden jaarlijks geïndexeerd voor inflatie. Dat biedt volgens de auteurs wellicht mogelijkheden voor een beleggingsfonds voor stadssupermarkten in het verlengde van bestaande fondsen voor reguliere supermarktvastgoed. Op basis van dit onderzoek is vastgesteld met behulp van welke determinanten kan worden gekomen tot het vinden van locaties die geschikt zijn voor de vestiging van stadssupermarkten. Download hier de pdf met het volledige artikel. Over de auteursDrs. Ludo Swaanen MRE is hoofdauteur van dit onderzoek in het kader van de MRE-opleiding aan de Amsterdam School of Real Estate en in het dagelijks leven werkzaam als landelijk manager Vastgoed bij Dirk van den Broek. Drs. Wim van der Post is gastprofessor aan HoGent. Dr. Martijn Dröes is verbonden als Associate Professor Real Estate Finance aan de Universiteit van Amsterdam en de Amsterdam School of Real Estate.